
Welke patiënten zijn geschikt voor microdermabrasie? Leidt microdermabrasie tot het verwijderen van de buitenste huidlaagen tot vernietiging van de huidbarrière?
Er zijn veel misvattingen over de werkingen effectiviteit van de microdermabrasie. Deze misvattingen zorgen voor veel verwarring bij de patiënten en artsen. Deze blog onderzoekt het wetenschappelijke bewijs achter de microdermabrasie (MDA) als een modaliteit voor de behandeling van huidveroudering en bespreekt het werkingsmechanisme ervan met betrekking tot fysieke, biochemische en histologische veranderingen in de epidermis en dermis.
- Patienten
- Huidtherapeuten
- Cosmetische artsen
- Dermatologen
- Plastische chirurgen
Introductie
Gezichtsveroudering is een multidimensionaal proces dat niet beperkt is tot de huid, maar ook waarbij het onderliggende weefsel, zoals spieren, vet en botten, betrokken zijn.
Principe van microdermabrasie (MDA)
MDA is een minimaal invasieve procedure die wordt gebruikt voor huidverjonging, die berust op twee basiscomponenten: Een schurende component bestaande uit het inerte kristal, zoals aluminiumoxide of natriumchloride, en een vacuümcomponent. MDA-apparaten zijn een soort gesloten-lussystemen, die inerte kristallen gebruiken als schurende stimulus. Meestal worden drie passages uitgevoerd in verticale, horizontale en schuine richting over de behandelde huid. De mate van slijtage is afhankelijk van verschillende factoren: sterkte van de kristalstroom, totale tijd die nodig is om de procedure te voltooien en aantal uitgevoerde passages(1-4).

Figuur 1: Richting van de passages(4)
Welke patiënten zijn geschikt voor microdermabrasie?
Geschikte patiënten voor MDA zijn patiënten die op zoek zijn naar een procedure met minimale tot geen “downtime”, maar begrijpen ook dat deze procedure leidt tot bescheidener resultaten dan die met meer invasieve resurfacing-procedures zoals C02 laser of Erbium -Yag laser. Patiënten die op zoek zijn naar verbetering van de algehele vermenging van de huidkleur en / of textuur zijn betere kandidaten, dan patiënten die komen voor de verwijdering van specifieke huidlaesies zoals littekens.
Wat zijn de voordelen van de microdermabrasie in vergelijking tot andere behandelingen?
Fysiologische en histologische veranderingen in de huid na microdermabrasie
Veranderingen in de huidbarrière
Histopathologische veranderingen
Complicaties en bijwerkingen
Heeft microdermabrasie een speciale voorbereiding nodig?
Patiënten moeten het gebruik van AHA / Retinol-crèmes 2–3 dagen voor de behandeling stopzetten en hetzelfde kan 2-3dagen na de procedure worden hervat.
Hoeveel microdermabrasie behandelingen zijn nodig? En hoe vaak moeten de behandelingen plaatsvinden?
MDA wordt meestal uitgevoerd als een reeks wekelijkse tot tweewekelijkse behandelingen, en afhankelijk van de aandoening die wordt behandeld, ongeveer 4 tot 8 behandelingen worden aanbevolen.
Conclusie en discussie
Ongeacht de beperkingen van de beschikbare onderzoeken, blijft MDA een zeer veilige procedure voor alle huidtypes. Het biedt een veilige minimale behandelingsoptie voor de behandeling van huidveroudering. Een wijdverbreid idee is dat MDA leidt tot het verwijderen van het stratum corneum, maar geen van de histologische onderzoeken meldde enige verandering in de dikte van het stratum corneum. Ook zien nieuwe ontwikkelingen zoals hydradermabrasie, waarbij de combinatie van zuurstof en waterige oplossingen met hoge snelheden wordt gebruikt om dode cellen en afval te verwijderen lijken veelbelovend(13)
References
1. Karimipour DJ, Karimipour G, OrringerJS. Microdermabrasion: An Evidence-Based Review: Plast Reconstr Surg. 2010 Jan;125(1):372–7.
2. Spencer JM. Microdermabrasion. Am J Clin Dermatol. 2005 Mar 1;6(2):89–93.
3. Grimes PE. Microdermabrasion. Dermatol Surg. 2005;31(s3):1160–5.
4. Prendergast PM, Shiffman MA, editors. Aesthetic Medicine: Art and Techniques [Internet]. Berlin Heidelberg: Springer-Verlag; 2012 [cited 2021 Feb 13]. Available from: https://www.springer.com/gp/book/9783642201127
5. Hernandez-Perez E, Ibiett EV. Gross and Microscopic Findings in Patients Undergoing Microdermabrasion for Facial Rejuvenation. Dermatol Surg. 2001;27(7):637–40.
6. Rajan P, Grimes PE. Skin Barrier Changes Induced by Aluminum Oxide and Sodium Chloride Microdermabrasion. Dermatol Surg. 2002;28(5):390–3.
7. Freedman BM, Rueda-Pedraza E, Waddell SP. The Epidermal and Dermal Changes Associated with Microdermabrasion. Dermatol Surg. 2001;27(12):1031–4.
8. Shim EK, Barnette D,Hughes K, Greenway HT. Microdermabrasion: A Clinical and Histopathologic Study. Dermatol Surg. 2001;27(6):524–30.
9. Coimbra M, Rohrich RJ, Chao J, Brown SA. A prospective controlled assessment of microdermabrasion for damaged skin and fine rhytides. Plast Reconstr Surg. 2004 Apr 15;113(5):1438–43; discussion 1444.
10. Karimipour DJ, Kang S, Johnson TM, Orringer JS, Hamilton T, Hammerberg C, et al. Microdermabrasion: A molecular analysis following a single treatment. J Am Acad Dermatol. 2005 Feb 1;52(2):215–23.
11. Varani J, Schuger L, Dame MK, Leonard C, Fligiel SEG, Kang S, et al. Reduced fibroblast interaction with intact collagen as a mechanism for depressed collagen synthesis in photodamaged skin. J Invest Dermatol. 2004 Jun;122(6):1471–9.
12. Morgenstern KE, Foster JA. Advances in cosmetic oculoplastic surgery. Curr Opin Ophthalmol. 2002 Oct;13(5):324–30.
13. Loesch MM, Somani A-K, Kingsley MM, Travers JB, Spandau DF. Skin resurfacing procedures: new and emerging options. Vol. 7, Clinical, Cosmetic and Investigational Dermatology. Dove Press; 2014 [cited 2021 Feb 1]. p. 231–41.